Elektrisch veiligheidsbeleidsplan

De elektrische risico's en de manier waarop ze worden beheerst, moeten worden gedocumenteerd in een beleidsplan voor elektrische veiligheid.

Het plan moet de resultaten van de risicoinventarisatie voor elektrische gevaren bevatten. Gevaren met hoge risico's, uitzonderingen en onopgeloste veiligheidskwesties moeten worden beschreven. Wanneer er veranderingen of verbeteringen worden aangebracht, moet de risicoinventarisatie en het elektrisch veiligheidsbeleidsplan worden bijgewerkt.

De risicoinventarisatie wordt uitgevoerd met de apparatuur in een bepaalde staat van onderhoud. Als er veiligheidsgerelateerde problemen worden gevonden, moeten er observaties en aanbevelingen voor verbetering worden gedaan en uitgevoerd. Dit betekent dat de risicoinventarisatie uitgaat van een bepaalde voorwaarde voor onderhoud van de apparatuur.

Passende inspectie- en onderhoudsprogramma's zorgen ervoor dat de resultaten van de risicobeoordeling geldig blijven. De minimumvereisten voor deze programma's moeten worden opgenomen in het elektrisch veiligheidsbeleidsplan.

Eventuele administratieve oplossingen voor risicobeheersing moeten uitvoerig worden beschreven. De procedures moeten duidelijk aangeven wat hun doel is, op wie zij van toepassing zijn en wat de vereiste stappen zijn om dat doel te bereiken.

Voordat procedures worden geïmplementeerd, helpt een oefening met personeel dat de taken uitvoert, om de instructies eenduidig en duidelijk te maken. Procedures moeten worden geplaatst in de buurt van werklocaties zodat deze snel zijn in te zien.

Om de naleving en nauwkeurigheid te garanderen, moet het programma zelf ook worden gecontroleerd door de resultaten van risicoinventarisatie, opleidingslogboeken, vereisten en procedures te herzien. Daarnaast kan de werking van het programma worden gevolgd door de naleving van procedures te controleren, het juiste gebruik van PBM's en de kennis van het beleidsplan van personeel en aannemers te checken.